Randvoorwaarden voor een juiste bepaling van de toepassing grondgebonden warmtepompen
- Rc-waarden gevels, daken en vloeren (bouwbesluit).
- Rc gevel > 4,5 m2.K/W
- Rc dak > 6,0 m2.K/W
- Rc vloer > 3,5 m2.K/W
- U-waarden glas en kozijn U > 1,65 W/m2.K
- Luchtdichtheid Qv10 > 0,4 doch minimaal Qv10
- Gerekend zonder zonwering buitenzijde van de woning (i.v.m. koeling).
- WTW toepassing rendement > 95%)
Afgiftesysteem:
LTV-verwarming d.m.v. vloer- en/of wandverwarming
Badkamer komt vaak vermogen te kort dan hierbij een elektrische voorziening maken bijv een decorradiator.
Warm tapwater:
Warm water is berekend op een uitstroomtemperatuur van >60°C, toepassing van een voorverwarming d.m.v. zonthermisch systeem of een douche-WTW is aan te bevelen.
Grondgebonden warmtepompsysteem:
Het ontwerp, de installatie en het onderhoud van grondgebonden systemen moet voldoen aan de BRL 6000-21
M
Bronboorders dienen BRL 11000-gecertificeerd te zijn dit om over lange periode >25 jaar te garanderen dat de bron voldoende energie blijft leveren.
Bronboorders dienen een EED (Earth Energy Design) te overhandigen om zo te kunnen vaststellen dat de berekening juist is uitgevoerd.
Opstelruimte
Voor het opstellen van een warmtepomp is meer installatieruimte nodig dan gebruikelijk was voor een cv-ketel. Daarnaast kan het zijn dat er een buitendeel geplaatst moet worden. De installatieruimte, zowel buiten als binnen dient aan een aantal wettelijke voorwaarden te voldoen. Denk hierbij aan het geluid op de erfgrens of naar een aangrenzende verblijfsruime. Zo kan het nodig zijn dat de buitenunit aanvullend voorzien moet worden van een geluiddempende omkasting en dat er binnen een technische ruimte van 2 à 4m2 gerealiseerd dient te worden.
E-installatie:
De elektrische installatie dient te voldoen aan de geldende regelgeving. Je E-installateur kan de aansluitwardes van het buitendeel, binnendeel, back-up verwarming en/of elektrisch element in het boiler/buffervat vinden in de installatiehandleiding van de fabrikant.