Het plaatsen van een warmtepompbuitenunit
Bij het plaatsen van een warmtepompbuitenunit zijn er verschillende belangrijke stappen en overwegingen die gevolgd moeten worden. Daarmee wordt een optimale werking en levensduur gegarandeerd. Lees altijd de voorschriften van de fabrikant voor installatie en volg dit stappenplan.
Alle warmtepompsystemenStap 1: Kies de plaats voor de buitenunit
Kies de juiste plek voor de buitenunit. Houd rekening met de volgende punten:
- De ondergrond moet stevig genoeg zijn om het gewicht en de trillingen van de unit te weerstaan.
- Er moet een vrije ruimte rondom de unit zijn voor luchtdoorstroming en servicewerkzaamheden.
- Kies een locatie met minimale geluidsoverlast extern, maar ook intern. Let hierbij vooral op de afstand tot de erfgrens (wettelijke bepalingen) en slaapkamerramen. om geluidsoverlast te voorkomen kun je ook speciale omkastingen of integratie van de unit in de bouwschil inzetten.
- Denk aan de minimale en maximale afstand tussen de binnen- en buitenunit.
- Houd rekening met de windrichting: harde (zuidwesten) wind op de uitblaasopening zorgt voor een bewezen lagere efficiëntie.
- Een tuin/grond-oplossing is vaak de beste oplossing, zeker bij een (zware) monoblock-unit.
Stap 2: De unit plaatsen
Houd bij het plaatsen van de unit rekening met deze factoren:
- De unit moet perfect waterpas staan.
- Voor een plat dak of grondopstelling gebruik je verhoogde opstellingsbalken.
- Voor wandmontage maak je gebruik van de hiervoor bestemde wandbeugels met trillingsdempers onder de unit. Er zijn ook trillingsdempende pluggen.
Stap 3: Zorg voor een goede condensafvoer
Om te zorgen dat het condenswater niet opvriest, is een goede condensafvoer belangrijk. Dit kan met een grindkoffer, lekbak of afvoer rechtstreeks naar de riolering. Pas hier eventueel een verwarmingslint toe.
Sommige koudemiddelen zijn explosief en zwaarder dan lucht. Kijk in de handleiding van de unit voor de juiste condensafvoermethode.
Stap 4: Leidingen en elektra aansluiten
Sluit de koelleidingen (split) of cv-leidingen (monoblock) aan. Sluit ook de benodigde elektra aan. Houd rekening met de volgende punten:
- De elektravoeding moet voorzien zijn van een werkschakelaar in de buurt van de unit. Let extra op de voorschriften voor de plaatsing van de werkschakelaar bij het gebruik van brandbare koudemiddelen.
- Denk bij een monoblock aan het isoleren van de cv-leidingen. Voorzie ze eventueel van een extra automatische leegloop (vorstbeveiliging).
- Breng koelleidingen met zo ruim mogelijke bochten naar binnen. Gebruik voor cv-leidingen het liefst voorgeïsoleerde leidingen met zo min mogelijk koppelingen of (knie)hulpstukken. Er zijn speciale voorgeïsoleerde grondleidingen beschikbaar.