“Vervolgens richten we onze werkplek in. De boorwagen, een machine van zestien ton kilogram, moet stabiel staan. Hier in Borne is de ondergrond zacht, dus we letten er extra op dat de wagen niet wegzakt. Dit is cruciaal, want we werken met een mast die urenlang omhoog staat en voortdurend beweegt tijdens het boren. Nadat we de boorwagen hebben gesteld, plaatsen we een casing, een beschermende buis die het boorgat stabiliseert. Daarna voorzien we de boorwagen van een boorbak, een pomp, etc. Nadat ook de circulatie van ons werkwater is geregeld, kunnen we starten met boren.”