Soorten ventilatiesystemen: A, B, C en D
Er zijn globaal vier soorten ventilatiesystemen, systemen A tot en met D.
Allereerst zijn er de woningen van voor 1985. Deze zijn vaak slecht geïsoleerd waardoor ze door middel van natuurlijke ventilatie worden geventileerd. Deze natuurlijke ventilatie wordt ‘systeem’ A genoemd. Er is geen sprake van mechanische toevoer of afvoer. Bij systeem B is er sprake van mechanische toevoer van verse lucht. Door overdruk gaat de lucht op een natuurlijke manier weer de woning uit. Het is een methode die je in de praktijk weinig tegenkomt. Een reden is dat de afvoer van vervuilde lucht niet regelbaar is. Dit kan voor nare geurtjes zorgen.
De soorten ventilatie waar je als installateur het meest mee te maken hebt, zijn type C en D. Oftewel ventilatie via een mv-box of ventilatie met een wtw-systeem.
Op deze systemen gaan we verder in.
Meestal wtw in nieuwbouwwoningen
Vanaf 1 januari 2021 moeten vergunningaanvragen voor alle nieuwbouw voldoen aan de eisen voor Bijna Energieneutrale Gebouwen (BENG). Daarbij hoort een zeer sterke focus op een zo laag mogelijke energiebehoefte voor een gebouw. Gevolg: een stevige mate van isolatie die natuurlijke isolatie via kieren volledig uitsluit.
Voor een gezond binnenklimaat is verse lucht nodig, maar door ventilatieroosters in systeem C gaat veel kostbare opgewarmde lucht verloren. Wtw-systemen maken juist slim gebruik van de al opgewarmde lucht en zijn daardoor een zeer energiezuinige oplossing. Ook de mogelijkheid tot zoneren en vraaggestuurd ventileren levert een positieve bijdrage aan de BENG-berekening. Bij nieuwbouw wordt er dan ook meestal voor wtw gekozen. Het is een essentieel onderdeel van de totaaloplossing om de gestelde eisen te halen.
Met een wtw-systeem is zowel een goede luchtkwaliteit als de energiezuinigheid gegarandeerd.
Bestaande bouw: wtw kent uitdagingen
Het is niet onmogelijk, maar in bestaande woningen is de beschikbare ruimte voor een wtw-systeem een aandachtspunt.
- Er moet genoeg ruimte zijn voor de wtw-unit zelf.
- Er hoort het nodige kanaalwerk bij. Dat moet je kwijt kunnen. Er is veel mogelijk in koven en onder een nieuw plafond, maar dat plafond wordt dan wel lager.
Is er puur behoefte aan ventilatie, dan zul je samen je klant veelal kiezen voor systeem C. De investeringskosten en de bouw- en installatietechnische aanpassingen voor wtw passen dan simpelweg niet bij de behoeften en het kostenplaatje. Met systeem C zet je echter geen enorme stappen op het gebied van energiezuinigheid.
Wil de klant wel duurzamer ventileren, maar is er echt geen ruimte voor een wtw-systeem? Dan is een decentrale wtw een goede optie. Die plaats je rechtstreeks in de wand van een ruimte. Er is geen kanalenwerk nodig, slechts een pijp door de buitengevel. Let er wel op dat dit bij monumentale panden niet altijd mogelijk is. Daar mag je namelijk veelal geen gat in de gevel maken.
Dezelfde eisen
Het Bouwbesluit stelt eisen met betrekking tot de ventilatiecapaciteit. Nieuwe gebouwen moeten voldoen aan een minimale ventilatiecapaciteit van 0,9 dm3 per seconde, per m2. Ook zijn er vanuit de NEN 1087 eisen rondom de nominale ventilatiecapaciteit per ruimte. Deze eisen zijn leidend, ongeacht welk systeem je installeert. Het bepalen van het juiste debiet en het maken van een kanaalberekening zijn de eerste stappen bij het inregelen van het ventilatiesysteem. Dat geldt voor zowel systeem C als systeem D.
Belangrijk verschil: mechanische toevoer
Uiteraard zijn er ook wel degelijk belangrijke verschillen. Dat zit hem logischerwijs onder andere in het mechanische toevoerelement van systeem D. Bij een wtw-systeem moet de luchtaanzuigopening altijd verse lucht kunnen aanzuigen. Door de zogenoemde verdunningsfactor te berekenen, bepaal je of er voldoende ruimte is tussen de rookgasafvoer en de ventilatietoevoeropening. Je zorgt ook dat er voldoende afstand is tussen de afvoervoorziening voor luchtverversing en de ventilatietoevoeropening. Bij een wtw-systeem heb je naast afzuigventielen, dus ook met inblaasventielen te maken. Het is voor de werking belangrijk die niet door elkaar te halen.
Aandachtspunten comfort wtw
Er zijn bij het ontwerp en de installatie van wtw-systemen een aantal aandachtspunten wat betreft het comfort. De mate van geluid verdient aandacht, niet in de laatste plaats omdat nieuwbouwwoningen geluidsdichter zijn. Door minder omgevingsgeluid, vallen geluiden binnen meer op. Probeer daarom onder andere twee deuren tussen leefruimtes en de wtw-unit zelf te houden en plaats de unit bij voorkeur in een afgesloten kast.
Daarnaast is het belangrijk om de invoerventielen in een wtw-systeem te voorzien van een geluidsdemper. Erg belangrijk is ook dat de kanalen de juiste diameter hebben. Is deze te klein, dan zorgt de te hoge snelheid in de buis voor geluidsoverlast. Het kan bovendien zo zijn dat de benodigde luchthoeveelheden niet worden gehaald, waardoor er een onprettige lucht ontstaat. Overdrachtsgeluid in de kanalen is ook een aandachtspunt. Dit kun je onder andere voorkomen door T-stukken te plaatsen in het kanaalwerk.
TIP: probeer bij het plaatsen van inblaasventielen in te schatten waar de doorlooproute van een kamer is. Daar komt namelijk bijvoorbeeld geen bank te staan, een plek waar je de ventielen in het kader van comfort liever niet plaatst. |
Altijd de beste oplossing
Een wtw-systeem kent mogelijk vele voordelen voor je klant. Het plaatsen ervan is echter niet in elke situatie haalbaar. Als installateur zorg je voor de oplossing die het best binnen de wensen en het budget van de opdrachtgever past. Je legt de verschillende mogelijkheden goed uit en bespreekt de alternatieven. Welk systeem uiteindelijk ook wordt gekozen, jij zorgt voor het juiste ontwerp en installatie zodat het op de beste manier presteert.