Inregelen van een wtw-systeem
Het inregelen van een wtw-ventilatiesysteem is belangrijk tijdens de installatie. Na het bepalen van het juiste debiet en een kanaalberekening, bepaal je door het inregelen precies de hoeveelheid lucht die door de woning stroomt.
Alle wtw-systemenStap 1: Bepaal het juiste debiet
Bepaal het juiste debiet voor de installatie. Maak daarnaast een kanaalberekening.
Stap 2: Stel de ventielen in
Stel de ventielen in op de stand die je in de berekening hebt bepaald.
Stap 3: Zet wtw-unit op stand voor nominale ventilatiecapaciteit
Sluit alle ramen en deuren en zet de wtw-unit op de stand voor de nominale ventilatiecapaciteit.
Stap 4: Meet van elk ventiel de volumstroom
Meet van elk ventiel de volumestroom. Gebruik hiervoor een compenserende volumestroommeter ofwel anemometer.
Stap 5: Controleer gemeten volumestromen
Controleer of de gemeten volumestromen afwijken van je berekening. Dit verschil mag maximaal 5% zijn. Is het verschil meer dan 5%? Draai dan het ventiel bij. Meet daarna opnieuw of de volumestroom juist is.
Stap 6: Borg de ventielen op de juiste stand
Borg de ventielen op de juiste stand. Daarmee voorkom je dat het systeem ontregeld raakt wanneer jouw klant bijvoorbeeld een keer de ventielen schoonmaakt.
Stap 7: Lever een meetrapportage
Maak een meetrapportage waarin je de meetwaarden hebt genoteerd. Laat deze achter bij je klant.